Vesper
DONDERDAG
Votum en zegengroet
Allen staande zingen:
Onze hulp is de naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.
Voorganger:
Genade en vrede van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Redder! (Titus 1: 4)
Allen zeggen:
Amen.
Psalmgebed: Psalm 69 (DNP)– allen zitten
zingen : Psalm 69: 1 zingen: Psalm 69: 6
lezen: Psalm 69: 5-13 lezen : Psalm 69: 28-30
zingen: Psalm 69: 4 zingen: Psalm 69: 8
lezen : Psalm 69: 17-22 lezen : Psalm 69: 35-37
Agnus Dei:allen zingend
Lam van God, dat wegdraagt de zonde van heel onze wereld: geef uw ontferming!
Lam van God, dat wegdraagt de zonde van heel onze wereld: geef ons uw vrede!
Evangelielezing:Matteüs 27: 1-32
Muzikaal intermezzo: Berthold Hutten: Ichbin’sIchsolltebüssen, Matthäus-Passion – J.S. Bach
Declamatie: Simon van Cyrene
Ik droeg het kruis terwijl de wereld joelde
achter Hem aan, en kreeg een stevig deel
van alle spot die ze voor Hem bedoelden.
Ik wilde niet, het kostte me te veel.
Onder de dwarsbalk en de ruwe handen
van de soldaten kromp ik in elkaar.
Het pijnlijkste van alles was de schande:
Ik liep te zwoegen als een moordenaar.
Tot ik ging inzien, met vernieuwde ogen,
hoe Jezus deze kwelling onderging.
In zijn gestalte zag ik mededogen
dat sterker was dan de vernedering.
Mijn schouders werden blauw, de zijne bloedden.
Ik was onwillig, Hij was als een lam.
Dankzij het kruis begon ik te vermoeden
hoe groot de last was die Hij op zich nam.
Ik voelde hoe mijn dwarsbalkzware zonden
Hem raakten in zijn lichaam, in zijn hart.
Zo werd ik gaandeweg aan Hem verbonden:
ik deelde in Zijn liefde en Zijn smart.
Dit kruis leek zinloos, maar het was een zegen.
Het heeft mijn leven richting God geleid.
Dankzij het kruis heb ik een wil gekregen
die buigzaam is; ik raak mijn zelfzucht kwijt.
Ik heb het kruis van Jezus meegedragen,
mijn voeten in zijn donkerrode spoor.
Ik wilde niet, ze hebben me geslagen.
Toen moest het maar – nu dank ik God ervoor.
(door Arie Maasland)
Moment van bezinning
Lied:Zie de mens – Sela
Hier is Hij, de mens, de Zoon van God.
Die in stilte lijdt, veroordeeld wordt.
Wie verheft zijn stem,
komt in opstand voor hem,
op die dag in Jeruzalem?
Hier is Hij, uw koning zonder macht.
Hij, die eens de storm tot stilte bracht.
Wie verheft zijn stem,
komt in opstand voor hem,
op die dag in Jeruzalem?
Refrein:
Heer, vergeef ons en behoed ons
voor de onwil in ons hart.
Om met U te willen lijden,
waar uw lijden ons diep verwart.
Wie verstaat dit wonderlijk geheim?
Dat niet Hij, maar wij gevangen zijn;
dat ons hart begrijpt waarom Jezus hier lijdt,
die voor ons, onze onschuld, pleit.
Refrein
Ieder die zijn handen in onschuld wast,
heeft nog niet begrepen wie Jezus was.
Ieder die zijn hart niet aan hem verliest,
begrijpt Gods genade niet.
Refrein
Gebedsroep
Kom, Geest van God, maak onze harten open, dat Christus bij ons woning vindt. (2x)
Gebeden:voorbeden – stil gebed – Onze Vader (allen)
Avondlied:Gezang 263 (NLB)
1.
Wees gij mijn toevlucht de komende nacht,
De morgen die ik ondanks alles verwacht.
Hoe kan ik gaan slapen als gij er niet zijt,
Die mij van het donker en wanhoop bevrijdt.
2.
Wees gij mijn wijsheid, de rust in mijn hart,
bevrijding van wat mij ontstelt en verwart,
Die hoop die mij grond geeft als alles verdwijnt,
Het duister me aangrijpt, de zon niet meer schijnt.
3. Gij zelf moet meegaan, uw lichtend gelaat,
Een gids die mij voorgaat en nimmer verlaat.
De dag loopt ten einde, de nacht is nabij,
Wees gij nu mijn toekomst, het duister voorbij.
Zegen: allen staan
Voorganger:
Almachtige God,
moge de moed van uw Geest ons veranderen; moge de mildheid van uw Geest ons begeleiden,
moge de gaven van uw Geest ons toerusten en ons op pad sturen, de wereld in,
vol liefde om te dienen, door Onze Heer Jezus Christus. (Australische zegenbede)
Allen: Gezang 456: 3
Voorganger: Lydia Huibers
Organist: Robert Hutten
Lezer:Jantine van Andel